Met de opusnummers 1, 2, 4, 5 en 10 bevat dit deel op een bepaalde manier het begin van het pianistische werk van Johannes Brahms, waarmee de jonge pianist en componist in volle gang zich voorstelde aan het publiek. Naast de drie sonates die in 1851-1853 zijn gecomponeerd, is de Scherzo op. 4 van 1851 vertegenwoordigt een belangrijke compositie in één beweging die Robert Schumann bijzonder opwond. Dit is hoe Schumann zijn jonge collega in 1853 in zijn beroemde artikel getiteld "Neue Bahnen" ("nieuwe wegen") onder de aandacht van het publiek bracht. De vier Ballads op. 10, samengesteld het volgende jaar, voltooi het volume. Ze luiden al een nieuwe, meer romantische verbuiging in, die Brahms op de volgende manier aan Clara Schumann portretteerde: 'Ze zijn niet erg moeilijk om te spelen en nog minder moeilijk te begrijpen.' Deze Urtext-editie biedt een herziening van de muzikale tekst op basis van de nieuwe volledige editie van de werken van Brahms, vergezeld van een gedetailleerd voorwoord van de redacteur Katrin Eich.