Dvořáks D-grootmis onderscheidt zich duidelijk van zijn andere oratoriumcomposities. Ontstaan als opdracht voor een privégelegenheid, valt het werk, dat de duur van een half uur nauwelijks overschrijdt, op door de fascinerende eenvoud van zijn harmonische taal en zijn zettechniek. Het hieruit voortvloeiende gematigde moeilijkheidsniveau en de mogelijkheid om de solostemmen, die steeds met het koor afwisselen, te bezetten met zangers en zangeressen uit het koor of een kleiner deelkoor, maken deze door de componist zelf gemaakte orgelversie tot een uitdaging die veel kerkelijke koren zullen kunnen aangaan. - Orgelversie uit de hand van de componist - Goed ondersteunende, gemakkelijk bespeelbare en overzichtelijke orgelpartij - Koorzetting met beheersbaar moeilijkheidsniveau - Solo’s te bezetten uit het koor