Zoals de titel al aangeeft, gaat het hier om een miniatuursymfonie waarbij de structuren zo compact mogelijk zijn bedoeld. De klassieke vorm wordt tot in de kleinste details gerespecteerd. Evenzo leiden de verschillende ontwikkelingen tot een herintroductie van de twee thema's en tot een zeer krachtige conclusie. De schrijfwijze blijft door het hele werk uiterst sober en eenvoudig. De nostalgie die door het thema van de tweede beweging wordt uitgedrukt, zal ons eerder naar perspectiefeffecten leiden die de belichting van deze melodie veranderen, eerst ver weg en spoedig krachtiger, meer autoritair, om uiteindelijk te vervagen in de zachtheid van een nevel. De derde beweging is een beetje spottend en ondeugend. De heldere en sprankelende evolutie ervan zal een nostalgisch, grillig en opnieuw humoristisch slot niet verhinderen.