John Field wordt echter beschouwd als de schepper van de Nocturne voor piano. Chopin had er grote waardering voor en liet zijn leerlingen vaak de Nocturnes van deze Ierse pianist en componist oefenen, net als die van hemzelf, zodat ze vertrouwd raakten met het "legato" en een mooie klank ontwikkelden.
Frédéric Chopin componeerde 21 Nocturnes. Het jaar van compositie van elke Nocturne kan niet altijd met zekerheid worden vastgesteld, maar het jaar van publicatie is een nauwkeurige referentie. Drie Nocturnes werden na zijn dood uitgegeven.
Chopin heeft een romantische ziel en de muziek van zijn Nocturnes drukt deze gemoedstoestanden uit. De schemerachtige sfeer is immers bevorderlijk voor tedere uitingen, melancholie, poëtische en muzikale improvisaties, zoals de dialoog tussen de Muze en de Dichter in de Nuit de Mai van Alfred de Musset.
Hoewel hij een klassieke vorm behoudt (meestal liedvorm A.B.A.), verwijdert Chopin zich van de romance en verheft hij de Nocturne door zijn inspiratie en pianistische gevoel: de melodie, beïnvloed door het Italiaanse "bel canto", is ruimer en ontwikkelt zich in expressieve versierde variaties, vaak chromatisch - de harmonie is verfijnder en gedurfder door zijn dissonanties en de begeleidende baslijnen in de vorm van arpeggio's of gebroken akkoorden zijn ingenieuzer.
De Nocturnes van Chopin hebben sterk bijgedragen aan zijn roem en, ondanks de technische moeilijkheden van sommige, vormen ze een goede introductie tot het leren kennen en bestuderen van zijn andere werken.
Bronnen
Deze editie van de Nocturnes van Frédéric Chopin verwijst naar de volgende authentieke bronnen:
1) Autografen, kopieën
2) Eerste edities
3) Geannoteerde exemplaren (toebehoord aan Ludwika Jedrzejewicz, zus van F. Chopin, Chopin Vereniging, Warschau (M.l74), Camille Dubois O'Meara (1830-1907), leerling van F. Chopin, Nationale Bibliotheek, Parijs Res.F. 980 en Jane Stirling (1804-1859), leerling van F. Chopin, Nationale Bibliotheek, Parijs Res. Vma 241 Vol. 1 tot 7. Facsimile-uitgave (J.J. Eigeldinger) B.N. Parijs (1982)
4) Kritische edities (Oxford University Press (E. Ganche), Londen (1928-1932), Bibliotheek van de Jagiellonische Universiteit, Krakau (sinds 1943), Volledige uitgave van de werken (Paderewski) - Vol. VII en XVIII P.W.M., Warschau (1949), Wiener Urtext (Jan Ekier) uitgeverij Schott-Universal, Mainz Wenen (1980), en Urtext-uitgaven Henle Verlag (E. Zimmermann) München (1966)Inhoud: Chopin: Nocturnes Op.9 nr.1 tot 3 - Nocturnes Op.15 nr.1 tot 3 - Nocturnes Op.27 nr.1 en 2 - Nocturnes Op.32 nr.1 en 2 - Nocturnes Op.37 nr.1 en 2 - Nocturnes Op.48 nr.1 en 2 - Nocturnes Op.55 nr.1 en 2 - Nocturnes Op.62 nr.1 en 2 - Nocturne postuum Op. 72 nr.1 - Nocturnes postuum (Brown index nr.49 en 108)Componist/Auteur: CHOPIN Frédéric Discipline/Instrument: piano Collectie: Urtext Drager: Partituur Stijl/Genre: klassiek Uitgave datum: juni-94 Moeilijkheidsgraad: 4 Aantal pagina's: 101