Het essentiële om te weten over de partituur
Geïnspireerd door de zonale iconografie, behoort dit stuk tot een artistieke traditie waarin licht de vorm aandrijft. Stralingen die afwisselend vibrerend en concentrisch zijn, zoals bij Edvard Munch, tot de kleurrijke paletten van Gérard Fromanger en de vibrerende velden van Vicky Colombet, zet het werk de sensatie van golving en rotatie die eigen is aan deze doeken om in muziek. De componiste vervolgt hier een ware "schrijfwijze van beweging", zoekend naar continuïteiten van stroom, circulaire dynamieken en uitbreidende texturen die in dialoog staan met de penseelstreken net zo goed als met de muzikale ademhaling.
Op het kruispunt van de kunsten claimt het stuk een hedendaagse esthetiek waarin de perceptie van tijd uitrekt, samentrekt en diffracteert, als een pulserende zon. Motieven ontvouwen zich in lagen, klankkleuren overlappen, en de vorm ontstaat uit voortdurende microvariaties. De benadering geeft de voorkeur aan gebaar en energie, waarbij het picturale idee wordt omgezet in tastbare klanktrajecten, tussen vibratie, halo en schittering.
Ontworpen rond circulaire bewegingen en terugkerende vibraties, onderzoekt de partituur "speelwijzen" die bedoeld zijn om licht plastisch te vertalen: draaiende texturen, langzame lagen doorsneden met glinsteringen, repetitieve cellen die intensiveren en vervolgens oplossen in opklaringen. De schrijfwijze articuleert gebieden met contrasterende dichtheid, afwisselend interne pulsen en suspensies, om een gevoel van continue stroom te genereren. De uitvoerder wordt uitgenodigd om het timbre te vormen, dynamieken te modelleren en te werken met soepele aanslagen, lichte faseverschuivingen en bijna onmerkbare overgangen om een circulatie van energie te laten ontstaan in plaats van een eenvoudige opeenvolging van thema's.
De vorm, zowel helder als organisch, ontwikkelt zich in cycli: aanzet van de vibratie, expansie van cirkels, punt van gloed, gevolgd door een lichtval. Deze klankdramaturgie steunt op reproduceerbare gebaren en een fijne luistering naar resonanties, waarbij de opkomst van harmonische fenomenen en perspectiefeffecten wordt bevorderd. Ideaal voor een programma gewijd aan de correspondenties tussen beeldende kunst en muziek, biedt het werk een rijk exploratieveld om de beheersing van texturen, continu fraseervermogen en dynamische controle te verfijnen, terwijl het de luisteraar de indruk geeft getuige te zijn van de geboorte van een bewegend lichtlandschap.