Lemoine HOARAU J.C. - INITIATION A LA BOSSA-NOVA + CD - GUITARE
Beschrijving
Accessoires
Lemoine HOARAU J.C. - INITIATION A LA BOSSA-NOVA + CD - GUITARE
27.10 €
3x gratis vanaf €69 of financieren tot 4x
2 miljoen artikelen
in voorraad
3 jaar garantie
Gratis levering
vanaf 69€ aankoop
30 dagen
geld terug garantie
Beschrijving
De Bossa Nova verschijnt in Rio de Janeiro in de jaren vijftig. Ze is ontstaan uit het huwelijk van traditionele samba-ritmes met de verfijnde harmonieën van de jazz uit die tijd. Hoewel vele muzikanten hebben bijgedragen aan haar "ontstaan", zijn de oprichters voornamelijk de pianist-componist Antonio Carlos Jobim en de zanger-gitarist João Gilberto. Populair gemaakt in Frankrijk dankzij de film Orfeu Negro van Marcel Camus, maakte de Bossa Nova snel de wereld rond, vooral via de opnames van A.C. Jobim met João Gilberto en de saxofonist Stan Getz. Door A.C. Jobim zelf beschreven als "de witte en zachte versie van de Samba", is het de verfijnde en zeer "coole" tegenhanger van de samba, die vooral dans- en carnavalsmuziek is. Maar bossas zijn sambas... Men kan dus dezelfde ritmes gebruiken, gespeeld op een meer repetitieve, soepelere manier, met meer uitgewerkte melodieën en harmonieën. Braziliaanse gitaristen creëerden al in de jaren 20 een specifieke manier om liedjes te begeleiden. Net als bij andere Zuid-Amerikaanse stijlen moet de gitaar (en dus de rechterhand) vooral worden beschouwd als een "geharmoniseerde percussie" (volgens Toquinho, een van de grote gitaristen van het genre). De stijl is ongetwijfeld ontstaan uit de symbiose van de gitaar met de percussie. In de Samba, een tweedelige muziek, speelt de surdo (een soort grote trom) de tellen (een korte, gesloten slag gevolgd door een lange, open en diepe slag). Op de gitaar wordt deze rol door de duim vervuld. De vingers van de rechterhand imiteren voornamelijk de ritmes van de tamborim (een kleine handtrommel die met een stok wordt bespeeld) of de agogô's (bestaande uit twee metalen bellen die met elkaar verbonden zijn en op een kwarttoon zijn gestemd). De pandeiro, of "Basque trommel" in het Frans, en de ganzá (shaker) vormen de verbinding tussen de regelmaat van de surdo en de ritmische vrijheid van de tamborim of agogô's, door een tapijt van geaccentueerde zestiende noten te weven. N.B.: In Brazilië is het woord Samba mannelijk... In Frankrijk spreekt men liever van "de Samba" voor de dans en "de Samba" voor de muziek. Op de cd worden de stukken eerst gespeeld in volledige bezetting (thema, begeleidende gitaar, bas, drums), daarna zonder het thema, en vervolgens zonder de begeleidende gitaar. De leerling kan zo het stuk in zijn geheel oefenen, door zijn partij meerdere keren te herhalen, totdat hij alleen nog wordt begeleid door de bas en de percussie.