Gabriel Fauré Sonate voor cello nr. 1 in D minor op. 109
Fabian Kolb (Uitgever)
Markus Bellheim (vingers)
David Geringas (Cello vingers)
Urtext-editie, gebonden
touwdeel met of zonder vingerzetting
Onmiddellijk na zijn tweede vioolsonate op. 108, Fauré verbond zich ertoe in het voorjaar van 1917 te werken aan een sonate voor cello en piano, waarmee hij een langlopend project realiseerde. In termen van realisatie als artistiek gebaar, zijn de twee werken nauw met elkaar verbonden. Ook in de cellosonate volgt een langzame en dramatische eerste beweging een langzame, kalme en ontspannen centrale beweging, gevolgd door een sierlijke finale. De echo van de eerste executies was voorbehouden, maar dankzij de groeiende belangstelling voor alle late kamermuziek van Fauré werd deze sonate onlangs herontdekt als een belangrijk onderdeel van zijn werk. Dankzij de urtext-editie van Henle zijn we nu in aanwezigheid van de eerste kritische editie van het werk. David Geringas, meester in het veld, zorgde voor de aanwijzingen van het cello-gedeelte.