Nieuw en beproefd uit het pianoland Rusland Glinka en Gubajdulina – een mooie alliteratie – staan als chronologische hoekstenen op de omslag, daartussen vormen bekende componisten in "Russische pianomuziek" (zoals Mussorgski, Rimski-Korsakov, Glasunov, Skrjabin, Kabalewski, Sjostakovitsj) en echte ontdekkingen (zoals Gawrilin, Kossenko, Mylnikow) een goed afgestemde mix. Het traditionele pianoland Rusland wordt veelzijdig gepresenteerd. Maar niet alleen de selectie overtuigt bij nadere beschouwing, ook de ondertitel "Spelen – Ervaren – Begrijpen" maakt wat hij belooft waar. De bekende pianopedagoge Linde Großmann levert bij de 24 lichte tot middelzware stukken een uitvoerige toelichting onder verschillende pianopedagogische aspecten.
Bij het muziekvoorbeeld Glasunov, Miniatuur
Een bijzonderheid van dit charmante stukje is dat het weliswaar aan het begin, bij het begin van de reprise en aan het einde (verankerd door een viermaten orgelpunt) in C-majeur kadenseert, maar verder in het ongewisse laat of het misschien toch in de parallelle toonsoort a-mineur staat. Door zulke dubbelzinnigheid en het vermijden van duidelijke kadensen in het verloop van het stuk, klinkt de muziek ondanks de overwegend aangehouden indeling in viermaten zeer samenhangend. Het dringt zich de veronderstelling op dat deze ruimtelijke planning een gevolg is van Glasunovs ervaringen op het gebied van grote symfonische werken, die zich ook in kleine schaal manifesteren. Het grillige karakter van het voorliggende stuk wordt ook benadrukt door de transparantie van de pianostem en een aan de mazurka herinnerende ritmiek (veelvuldige puntaties op het eerste kwart en verlengde en benadrukte derde kwart in de maat).
De talrijke arpeggio-akkoorden bewaren de klank voor te grote compactheid. De speler moet druk vanuit de arm vermijden en in plaats daarvan denken aan een snelle loslating van de vingers. In de reprise wordt de lichtheid nog versterkt door de begeleiding met staccato-achtsten, het pedaal blijft daarvan onaangetast.