Voor zijn enige opera Leonore / Fidelio schreef Beethoven in totaal vier openingen. De zogenaamde "Opening van Leonore 3" is chronologisch gezien de tweede in de serie, en zeker de meest gespeelde van alle openingen van Beethoven. Al tijdens haar leven werd ze niet alleen aan het theater gegeven, maar ook in concert, en vormde zo, naast de ouvertures van Coriolan en Egmont, de nieuwe vorm van de concertopeningen. Herkend als een meesterwerk in het midden van de negentiende eeuw, werd het, volgens de getuigenis van Beethovens biograaf Anton Schindler, het "werk dat openlijk de voorkeur geniet van alle orkesten". Het verschijnt nu als een werkeditie op basis van de score van de complete editie van Beethoven's Works vergezeld van een autonoom voorwoord.