Tussen het einde van de 19e eeuw en het begin van de jaren 60 beleefde de Franse muziek een Gouden Eeuw waarin de fluit een prominente rol speelde: dit eeuwenoude instrument, bespeeld door faunen en herders, weefde talloze arabesken waarvan de zinnelijke contouren leken te vieren “de mysterieuze verbindingen tussen natuur en verbeelding” (Debussy). Het was dan ook zeer verleidelijk om te putten uit de rijke catalogus van Franse werken van Editions Leduc en Heugel en deze collectie stukken samen te stellen voor fluitisten in het vierde studiejaar en hoger.
Het is simpelweg onmogelijk om te weerstaan aan het meeslepende lyrisme dat opwelt uit zulke beroemde pagina’s als Fauré’s Sicilienne of de Pièce en forme de Habanera, een compositie van Ravel die voortreffelijk is bewerkt door Theodore Doney. Ook Philippe Gauberts Orientale en Sicilienne – twee bestsellers – zijn opgenomen. Originele stukken, zoals de Aria voor fluit en piano van Roussel, staan zij aan zij met heerlijke arrangementen, zoals die van Marcel Moyse gebaseerd op Jacques Iberts zachte Histoires, of de succesvolle bewerking van Hahn’s À Chloris; terwijl beroemde stukken – zoals Debussy’s Le Petit Nègre – naast enkele zeldzame pareltjes (Pierné, Bozza) liggen die uiterst charmant zijn.
nl 
