Na het schrijven van verschillende lange stukken voor diverse bezettingen, wend ik mij voor de tweede keer tot het miniatuurtje. Ik maak ook van deze terugkeer naar een zekere schijnbare eenvoud gebruik om de instrumenten met onbepaalde toonhoogte (temple blocks, houten trommel, diverse metalen zonder vaste toonhoogte, vellen, verschillende percussieve voorwerpen...) in de schijnwerpers te zetten, terwijl mijn werk voor percussie tot nu toe gericht was op toetseninstrumenten. De drie miniaturen die dit trio vormen, hebben een hiëratische aard die wordt bepaald door recente persoonlijke gebeurtenissen en door de groeiende interesse die ik, op meer dan zestigjarige leeftijd, heb voor het domein van het heilige.