Geniaal componist en dirigent, Eugène Bozza (1905-1991) liet ons een catalogus na met meerdere opera's, balletten, grote symfonische en koorwerken, maar zijn wereldwijde bekendheid berust vooral op zijn talrijke kamermuziekstukken voor diverse bezettingen en solistische instrumenten, met een voorkeur voor blaasinstrumenten. Bozza componeerde de Aria tijdens de periode waarin hij in 1934 zijn Grand Prix de Rome behaalde. Schaduw van de derde beweging van de Pastorale in F majeur voor orgel (BWV 590) van J.S. Bach, toont dit lyrische werk de smaak en voorkeur van zijn componist voor blaasinstrumenten, met name voor de saxofoon.