Uitgever: Ernst-Günter Heinemann, Wolfram Enßlin Fing. Va: Jürgen Weber Fingersatz Gambe: Rainer Zipperling Generalbasuitvoering: Wolfgang Kostujak
Net als zijn vader heeft Carl Philipp Emanuel Bach drie sonates voor viola da gamba gecomponeerd. Ze stammen uit zijn tijd aan het Berlijnse hof van Frederik de Grote en boden de uitstekende gambist van de hofkapel de gelegenheid zijn virtuoze kunnen te tonen. Terwijl de twee sonates Wq 136 en 137 met generalbas zijn gecomponeerd, volgt Bach in de sonate g-mineur Wq 88 het voorbeeld van zijn vader: de rechter- en linkerhand van het klavecimbel wedijveren in gelijkwaardige driestemmigheid met het soloinstrument. De originele ligging van de gambastem maakt ook een uitvoering met altviool mogelijk, een bewerkingspraktijk die al door tijdgenotenbronnen wordt bevestigd. Deze versie is als alternatieve stem opgenomen in onze urtextuitgave.